Sommige dingen kunnen gewoon samenvallen, anderen zeggen ‘Toeval bestaat niet’. Onlangs werd ik benaderd door iemand die informeerde of ik nog ananasazijn op voorraad had. Helaas moest ik nee verkopen, omdat de vraag naar ananasazijn niet zo groot is dat het mij toelaat een voorraad daarvan aan te leggen. De klant liet toch een grote interesse blijken in het product. Dat triggerde in mij een hernieuwde aandacht voor deze azijn.
Verbazing: Toeval?
In het contact met de klant had ik aangegeven dat ik het zou overwegen, maar dat het ook afhing van de beschikbaarheid van het uitgangsproduct: De Ananas. Twee dagen later liep ik bij mijn fruitleverancier aan tegen een aanbieding van, jawel, rijpe tot overrijpe ananas! Was dit nu toeval, karma, het universum? Wat het ook was…. De queeste was geboren! Er moest weer ananasazijn komen. Met de ervaring van een voorgaande keer nog in mijn achterhoofd en de verbeterde kennis heb ik maar weer eens een batch opgestart.
Ik zou nog steeds wat schrijven over het eindresultaat. Dat heeft dus even op zich laten wachten. De kweeperen zijn inmiddels beide verzuurd en hebben een prima resultaat gegeven. Mooi zuurtje, maar in het begin was het toch even zoeken of het een blijvertje zou worden.
Het resultaat: Kweeperenazijn
Uiteindelijk niet heel veel verschil in kleur en uiterlijk met het sap en de uitgeperste pulp die ik al voor een eerder blog op de foto heb gezet. De kijker wil natuurlijk ook wat en gaat over het algemeen voor de heldere azijn. Het sap laat beduidend minder achter in de azijn met een duidelijk helderder resultaat. Toch moet ik daar een behoorlijke kanttekening bij zetten. Dat wat het sap nu juist niet meer in zich heeft is nu net datgene wat een extra smaak toevoegt en diepgang geeft aan de azijn. Kort gezegd is de azijn van sap wat vlak van smaak en heeft de azijn van pulp duidelijker de fruittonen van de kweepeer. Waarom ik in eerste instantie de twijfel had, kwam doordat de jonge azijn behoorlijk hard van smaak was. Inmiddels weer enkele maanden verder is de azijn al zachter geworden en daardoor toch een echte aanrader.
Suiker
Suiker toevoegen is bij ons eigenlijk als vloeken in de kerk! Waarom? dat heb ik al eens eerder uitgelegd in een blog, maar om kort te gaan… Wij maken azijn en die is zuur! De suiker kan iedereen thuis zelf naar eigen wens toevoegen. Wat ik wel merk is dat de suiker de azijn toegankelijker maakt en de fruit- of bloementonen duidelijker naar voren laat komen. Alle in de kweepeer aanwezige suiker is immers inmiddels omgezet naar azijn, maar wij (her)kennen het fruit eigenlijk voornamelijk aan de zoete smaak. En ja, zoals altijd gezegd: De eerste indruk telt! Dat geldt dus ook voor het proeven van onze azijn. Die wordt ook beoordeeld op de eerste indruk. Wat is dan mooier als we die indruk iets toegankelijker en interessanter kunnen maken! Hhhummm… dan toch maar een klein beetje vloeken in de kerk?
Het vergisten van de moes van kweeperen leek een soort vertraagd proces. Ik had dan weliswaar pecto-enzym aan de moes toegevoegd, maar toch leek het of de suikers vertraagd vrij kwamen uit de pulp. Vanuit het wijn maken is mij bekend dat lange pulpvergisting veel tannine met zich mee brengt, maar om het verschil tussen de pulp en het sap beter te kunnen proeven heb ik er voor gekozen zo laat mogelijk de pulp te verwijderen.
Het sap vergisten ging aanzienlijk sneller en was ook een veel duidelijker proces. Het komt langzaam op gang, gaat steeds sneller en naarmate de voeding op raakt vertraagt het proces tot het zo goed als stil komt te staan. Eigenlijk het standaard proces van een normale wijn of cider vergisting.
Kweeperen uitpersen
Na een maand gisten was de pulp wel ongeveer uitgegist en heb ik de pulp uitgeperst. De tannine was inderdaad duidelijk te proeven in het sap. De kleur is redelijk vergelijkbaar met die van het sap, maar blijft logischerwijs nog wat troebel. Hoe langer het staat hoe helderder het zal worden. Dan blijft de vraag of ook de kleuren vergelijkbaar blijven. Aangezien de kweepeer snel verkleurt als het aan de lucht wordt blootgesteld, mag verwacht worden dat het sap ook wel snel een donkerdere kleur zal krijgen.
Het sap was natuurlijk al mooi schoon en overhevelen was alles wat nodig was om een mooie, bijna heldere, donker oranje vloeistof over te houden.
En nu verder…
Nu is het tijd om de kweeperen-cider te enten met de azijnmoeder om de laatste stap te zetten. Wat zal het gaan worden als het verzuurd en zal de tannine dan niet te veel de overhand nemen?
Overigens gaf het proeven van de kweeperen-cider mij wel het idee om deze toe te voegen aan de appelcider als deze wat vlak is en de smaak van de tannine mist. Notitie aan mezelf: Volgend jaar eens uitproberen wat de toevoeging van kweeperen doet in de appelcider!
Meer over het proces en wat het geworden is… Kijk binnenkort op het blog!
In het vorige blog schreef ik al over het opstarten van een batch kweeperen azijn. Inmiddels staat de batch al twee weken lekker te gisten. Voor sap vergisten is twee weken best wel een lange periode, maar de moes gaat gewoon lekker door.
In de tussentijd heb ik niet stil gezeten. Ik kreeg de mogelijkheid om fruit tot sap te persen. We zouden met een stel mensen appelsap gaan maken. Dat gaf mij de mogelijkheid om te kijken of de kweeperen ook tot sap geperst kon worden. Kweeperen zijn namelijk hard. Onrijpe peren hebben een soort hardheid, maar kweeperen zijn nog harder!
Sap van kweeperen persen
Appelsap maken met een soort mega blender en daarna centrifugeren wordt al tijden door amateur wijn- of cidermakers gedaan. De appel wordt mooi tot pulp vermalen en de centrifuge zwiert het sap er daarna uit. Peren worden ook wel gedaan, maar dat heb ik nog niet mogen meemaken. Ik wilde het wel eens met kweeperen proberen. Eerst maar eens een bescheiden hoeveelheid om te kijken of het sowieso wel zou werken.
De kweeperen werden wel tot moes gemalen in de blender, maar ook wel zo zeer tot moes dat het niet uit zichzelf de blender uit wilde. Met wat hulp werkte het, maar appels werken veel makkelijker. Kweeperen kleuren snel door oxidatie en je zag de pulp bijna onder je handen verkleuren. Vervolgens centrifugeren werkte boven wonder goed! Uiteindelijk leverde het persen zo’n 65 à 70% sap op. Dat is een mooi rendement!
Vergelijken
Om te onderzoeken of de werkwijze ook een andere smaak oplevert, staat het sap nu naast de moes te vergisten. Ik weet bij appels dat mijn azijn van hele appels een vollere smaak oplevert. Het feit dat de schil en het klokhuis door het hele proces mee gaan, levert in de smaak toch een meerwaarde. Of dit met de kweepeer ook zo zal zijn, kan ik hiermee onderzoeken. Ik moet er wel een kanttekening bij maken… De kweeperen staan bekend om de grote hoeveelheid pectine. Van de kweeperen heb ik dan ook niet de klokhuizen meegenomen, omdat daar voor mijn gevoel veel pectine in aanwezig was. En wie wil er nu azijn die bijna stroperig is?
Meer over het proces en wat het geworden is… Kijk binnenkort op het blog!
Tweede poging gewaagd met het Sharonfruit (of is het de sharonfruit??). Alle lessen van de vorige keer meegenomen in deze opzet en daarmee heb ik uiteindelijk een goede azijn verkregen. Zuur is het zeker! Sharonfruit heeft een overweldigende hoeveelheid suikers, maakt dus een sterke wijn en levert dus ook behoorlijk wat zuur. Maar na het verwijderen van al die suikers blijft er van de smaak van de vrucht eigenlijk maar weinig over. Voor een basisazijn is het dus zeker een goede basis, maar voor een smakelijke bijzondere azijn om een salade op te frissen is het toch minder geslaagd.
Of het dus een blijvertje is weet ik nog niet, maar als toevoeging voor fruit wat zelf (te) weinig suiker heeft om een aantrekkelijke azijn te maken is het zeker een optie!
6 september 2018 op de culinaire streekmarkt in Yerseke. Een gezellig kleine markt rondom de kerk in Yerseke. Daar werd voor het eerst de mosterd verkocht en hadden we ook voor het eerst onze moesazijnen bij ons op de kraam staan.
Door de verhuizing van het bedrijf moet ik een geheel nieuwe kring om me heen bouwen. Niet alleen op zoek naar nieuwe afnemers, maar ook op zoek naar nieuwe leveranciers van de mooiste en lekkerste fruitsoorten. Want alleen de mooiste en lekkerste soorten kunnen natuurlijk de beste eindproducten opleveren.
Na wat rondkijken was ik al een aantal keren tegen de naam van Fruitbedrijf De Ring aangelopen, een biologisch dynamische fruitteler in Zeeland, maar in mijn beleving was het bedrijf toch nog een eindje weg van Goes. Op een avond toch maar eens de stoute schoenen aangetrokken en een mail gestuurd. Al snel kreeg ik een enthousiaste telefonische reactie en de afspraak was al snel gemaakt.
Wat blijkt…. ligt het maar een 10 kilometer verderop een een klein Zeeuws dorpje, Oud Sabbinge. Dus midden in het plukseizoen een bezoekje gebracht aan het bedrijf, waar ze alle tijd voor ons hadden. Een rondleiding door de fruitgaard, een schat aan informatie en een nieuwe uitdaging rijker gingen we weer op huis aan.
Nieuwe uitdaging
De Nieuwe uitdaging betrof een grote bak met Rode kruisbessen, vanuit de diepvries. Of ik daar eens van kon proberen om iets te maken. Da’s voor ons natuurlijk niet te veel gevraagd. Min of meer ons dagelijks werk, toch? Dus al snel aan de gang en zie hier de eerste resultaten!
Het doel was om Rode kruisbessenazijn te maken, maar om eerst een idee te krijgen war het zou opleveren zijn we begonnen met Rode kruisbessenmoesazijn. Hieronder het resultaat.
Ooit afgevraagd wat er nu eigenlijk in de schappen van de supermarkt staat? Veelal gaat het om natuurazijn, maar wat is dat nu eigenlijk?
Wat is natuurazijn?
Natuurazijn, ook wel brandewijnazijn genoemd, is neutraal van smaak en gemaakt van alleen suikers en water en daardoor een stuk goedkoper. Gangbaar wordt veelal nog goedkopere niet-biologische riet-/bietsuikermelasse (afvalproduct van de suikerproductie) als basis gebruikt. De mooie bruine kleur is tegenwoordig steeds vaker een kleurstof (caramel), maar kwam vroeger van het rijpen op houten vaten. Wat is er dan nu nog wel “natuur” aan natuurazijn? Het proces is niet chemisch, maar gebeurt met bacteriën en dus biologisch, hier vertaald als ‘natuurlijk’, wat de aanvulling “Natuur” oplevert in de naam Natuurazijn. Eigenlijk nog een klein beetje op de ouderwetse manier, maar dan fabrieksmatig geoptimaliseerd. Overigens, dat het proces biologisch gebeurd wil niet zeggen dat het een biologisch product oplevert.
Biologische natuurazijn
Biologische natuurazijn wordt op dezelfde wijze gemaakt als de niet -biologische natuurazijn, maar wordt gemaakt van biologische suikermelasse. In de biologische natuurazijn wordt ook vaak gebruik gemaakt van (suikers uit) biologische rogge. Afhankelijk van de gebruikte methode zal deze laatste meer of minder smaak van de rogge meekrijgen. Biologische natuurazijn wordt veelal gebruikt in de biologische sector bij het inmaken van (zoet)zure producten, aanmaken van sausen en dressings.
Verschil met andere azijnen
Het grote verschil met vruchtenazijn is dat natuurazijn zich kenmerkt door de afwezigheid van een herkenbare smaak en mineralen e.d. die de voor de vruchtenazijn gebruikte vrucht juist met zich mee brengt. De natuurazijn wordt dan ook vaak verkocht met de slogan: ‘zacht van smaak‘ of ‘met neutrale smaak‘. De vruchtenazijnen worden veelal op een meer ambachtelijke en kleinschaliger manier gemaakt, gericht op behoud van smaak en de eigenheid van de vrucht. Uitzondering op de kleinschaligheid is de rode of witte wijnazijn, die toch vaak ook in grote hoeveelheden fabrieksmatig gemaakt wordt, maar wel de smaak van het oorspronkelijke product – de wijn – behoudt. Het is overduidelijk dat een vruchtenazijn alleen al door de prijs van de ingrediënten ook altijd duurder zal zijn dan de natuurazijn uit de supermarkt.
Eigenlijk zijn het niet vergelijkbare producten met eenzelfde hoofdingrediënt: Azijnzuur.
Na de pluk in Frankrijk hebben we de rijpe vijgen in kwarten gesneden. Het geheel gemengd met behoorlijk wat pecto enzym en met een theedoek afgedekt voor vier uur laten staan. De pecto enzym had goed zijn best gedaan, want uit de brokken vijg was een smeuïge drab ontstaan. Klaar om te gisten hebben we het over gegoten in een grote gistfles en een witte wijn gist toegevoegd die ook wat extra smaak produceert.
De Vijgenazijn heeft nog even staan gisten toen we thuis waren, maar heb ik daarna door de pers gehaald tot een soort vijgenwijn., waarna ik hem aangezuurd heb met de Vijgenazijn 1.0 uit mijn eerdere blog (Vijgen – 2) en een azijnmoeder uit de appelazijn heb toegevoegd. Zo kon ie weer een paar maanden staan.
De moeder kwam al snel op gang en binnen een paar weken stond er al een dikke moeder van zeker een centimeter op het oppervlak van de vijgenwijn. Door wat verschuiven van de azijnen na ruim twee maanden zakte de moeder naar de bodem. Niet zo een probleem want als het nodig is ontstaat er snel genoeg wel weer een nieuwe. Door het uitblijven van de groei van een nieuwe moeder heb ik de azijn gefilterd en op fles gedaan. De geur is overduidelijk van vijg, de smaak overigens ook, maar wel met een behoorlijk zuurtje. Zeker een geslaagd product!
De afspraak om van vijgen azijn te gaan maken stond min of meer sinds eind van 2015. Maar hoe zou dat nu gaan smaken? Ik had werkelijk geen idee en zoveel goede azijnwinkels kent Nederland nu ook weer niet om een vijgenazijn op de kop te tikken. Oil & Vinegar telt natuurlijk niet mee, dat is hier in huis als vloeken in de kerk! De manier waarop zij – althans hun Duitse leverancier – azijn maakt en het vervolgens aanvult met meer suiker dan er azijn in zit – waarschijnlijk om de onvolkomenheden te verdoezelen – is zeker niet mijn ding!! Ik maak en verkoop toch azijn, niet aangezuurde suiker. Als de klant mijn azijn in de dressing wat zoeter wil hebben kan de klant toch zelf wel beslissen of hij wat honing, suiker of een andere zoetmaker wil toevoegen. Maar laat ik er over ophouden, ze verkopen, dus schijnbaar is er vraag naar…
Even terug naar waar ik over begon, de vijgenazijn…
Toevallig liep ik in die dagen tegen een stevige aanbieding aan bij de plaatselijke grootgrutter. De vijgenjam moest schijnbaar uit de schappen en plaats maken voor een lucratiever product. Voor mij was dat een buitenkansje! Met 5 potten jam voor geen geld in mijn wagentje ging ik de winkel uit. Daar had ik mijn kans om te proberen een vijgenazijn te maken zonder dat ik de echte ingrediënten bij de hand had. De jam moest als surrogaat vrucht de verse vijgen vervangen. Alleen had ik me toch wat verkeken op de grote hoeveelheid te vergisten suiker in de jam. Daar moest een berg water bij om op zo’n 10% alcohol uit te komen! Die 5 potjes jam leverde wel zo’n 7 à 8 liter vijgenazijn op.
Het geheel ging eind december 2015 van start met de eerste vergisting en zo’n half jaar later had ik mijn vijgenazijn. Het blijkt een héél behoorlijk zuurtje te hebben, maar door de grote hoeveelheid water zijn de vijgen toch wat verzopen geraakt. Ergens op de achtergrond is de smaak nog wel te vinden, maar onvoldoende om echt als goede azijn door te gaan. Ik heb hem omgedoopt tot de vijgenazijn 1.0